Inleiding
Het hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op een studie in het hoger beroepsonderwijs (HBO). Een school beslist zelf of zij een leerling toelaat. Veel scholen doen dit op basis van het schooladvies van de basisschool, de score van de cito-toets of een eigen toelatingstest.
Verplichte vakken onderbouw
In de onderbouw (leerjaar 1 en 2) van de HAVO volgen leerlingen de volgende verplichte vakken:
- Nederlands
- Engels
- Wiskunde en rekenen
- Mens en natuur
- Mens en maatschappij
- Kunst en cultuur
- Bewegen en sport
- Duits en Frans (of één andere officiële taal)
Verplichte vakken bovenbouw
Iedere HAVO-leerling heeft de volgende verplichte vakken in de bovenbouw:
- Nederlandse taal en literatuur
- Engelse taal en literatuur
- Maatschappijleer
- Culturele en kunstzinnige vorming (CKV)
- Lichamelijke opvoeding
- Rekenen (telt niet mee voor eindexamen)
Profielen bovenbouw
In de bovenbouw van HAVO (leerjaar 4 en 5) kan een leerling kiezen uit vier richtingen (profielen):
- Natuur en techniek
- Natuur en gezondheid
- Economie en maatschappij
- Cultuur en maatschappij
Per profiel zijn er twee of drie verplichte vakken:
Natuur en techniek
- Wiskunde B
- Natuurkunde
- Scheikunde
Natuur en gezondheid
- Wiskunde A
- Biologie
- Scheikunde
Economie en maatschappij
- Wiskunde A
- Economie
- Geschiedenis
Cultuur en maatschappij
- Geschiedenis
- Moderne vreemde taal
Naast de verplichte vakken in het profiel moet elke leerling één of twee profielkeuzevakken en één vak in het vrije deel doen. Ook moet iedere havo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen HAVO-leerlingen in zeven vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
bron: www.rijksoverheid.nl